Jan Hendrik van Kinsbergen
Geschiedenis van de zeeheld
Jan Hendrik jonkheer van Kinsbergen, Graaf van Doggersbank (1735-1819) was een Nederlandse zeeofficier. Na zijn jeugd in Elburg liet Van Kinsbergen zich goed scholen en trad in dienst bij de Admiraliteit van Amsterdam. Vanwege de beperkte carrièremogelijkheden bij de Nederlandse marine ging hij in 1771 in dienst van Rusland. Bij terugkeer ging hij weer voor de Amsterdamse admiraliteit werken en was daar een voorvechter van de modernisering van het zeewezen, waarover hij vele publicaties liet verschijnen.
Door een gunstig treffen met de Britten in 1781 kreeg hij een reputatie als zeeheld en werd hij door stadhouder Willem V aangetrokken om de marinezaken te regelen. Al snel fungeerde Van Kinsbergen als feitelijk opperbevelhebber van de vloot en kreeg hij ook ruimere politieke invloed. In 1806 werd hij door het Koninkrijk Holland benoemd tot maarschalk, admiraal en graaf. Na de vorming van het Koninkrijk der Nederlanden kreeg hij in 1814 de ererang van luitenant-admiraal.
Bij de Nederlandse marine zijn er drie schepen naar Van Kinsbergen vernoemd. Van Kinsbergenstraten zijn er in Amsterdam, Apeldoorn, Bleiswijk, Elburg, Den Haag, Haarlem, Hilversum en Maasdijk. In Den Helder is er de Van Kinsbergenbrug, en in Elburg zijn er twee scholen naar de admiraal genoemd.
Kapiteinskleding
De Vereniging Vrienden van Museum Elburg en het Prins Bernard Cultuurfonds hebben het mogelijk gemaakt dat in Museum Elburg een beeld van Van Kinsbergen staat. Het beeld is aangekleed door de Gelderse Roos en geeft van Kinsbergen weer toen hij nog kapitein was.
De broek, gemaakt van wol, is een driekwart broek die met een bandje onder aan de knie wordt gesloten. De blouse is van gemaakt van fijne poplin stof. De gilet die hij droeg tijdens zijn werk is gemaakt van wollen stof, die om hem warm te houden gevoerd was met molton. Als Van Kinsbergen op (statie)bezoek ging bij hoge heren droeg hij een zijde ondervest, afgemaakt met een vestzakje en gouden knopen. Op de knopen staat een anker.
De hoed lijkt sterk op een driesteek, maar is iets anders van vorm. Ook deze is afgezet met band van 2,5 breedte. De schoenen hebben een orginele tweetand gesp. De wollen kousen met een midden achternaad in het midden hielden zijn benen warm als het koud was.